Psyche Magazine

 

Het ontmoetingshuis Villa Voortman figureert als denkmodel van een zorgzame buurt in de Grote Verbouwing, een programma dat de noodzakelijke transitie van de leefomgeving in Vlaanderen wil uittekenen. Dat is minstens opvallend. Een bescheiden initiatief dat opereert in de marge van grote zorginstellingen en zich engageert voor kwetsbare mensen, bovendien gesitueerd is in de breuklijnen van de stad, wordt gekoppeld aan de grote uitdaging van stedelijke verandering. In dit artikel zet ik een stap terug en schets de bijzondere ruimtelijke setting van Villa Voortman.

 

Villa Voortman ontstond in 2010 binnen de gelijknamige villa aan de Blaisantvest. In de leegstaande villa werd een ontmoetingshuis ingericht dat dagelijks de deuren opent van 9u tot 17u voor personen met dubbeldiagnose. De combinatie van middelengebruik en psychische problematiek maakt dat deze mensen moeilijk een plek vinden in de reguliere psychiatrie of opvang en zo dreigen op straat te belanden. In Villa Voortman wordt geen behandeling aangeboden of genezing beloofd, maar wordt in de geest van de herstelvisie gewerkt aan het herstel van een betekenisvol leven.

In Villa Voortman wordt niet gesproken over patiënten of cliënten, maar bezoekers. Koffie drinken en musiceren zijn de voornaamste activiteiten in het ontmoetingshuis. Het staat symbool voor de centrale functies van ontmoeting en creativiteit. De creatieve sessies staan vaak onder begeleiding van kunstenaars en worden gepresenteerd in kunstfestivals of publicaties. Ook zorg wordt verleend, maar niet residentieel en evenmin met oog op genezing. Zorg betreft een bed voor gebruik overdag, douchemogelijkheid, warme maaltijd en hulp bij administratie. In de alledaagse praktijk lopen de functies uiteraard door elkaar.

Het verhaal van Villa Voortman begon in de gelijknamige directeurswoning van de voormalige textielfabriek op de gronden waar later enkele ziekenhuizen opgetrokken werden, o.a. AZ Sint-Lucas en PC Gent-Sleidinge. Het leegstaande pand vormde het excentrieke decor voor sociaalartistieke activiteiten en laagdrempelige ontmoeting. Het meubilair komt uit de kringloopwinkel. De gemakkelijke bereikbaarheid vanuit volksbuurten als Rabot en Wondelgem was een pluspunt. De directe nabijheid van het psychiatrisch centrum en ziekenhuis was ideaal voor ondersteuning.

Villa Voortman verloor haar huisvesting toen in 2016 de bouw startte voor een grootschalige zorgsite – een ironie van de geschiedenis. De projectontwikkeling bestaat uit luxueuze serviceflats, assistentiewoningen, zorghotel, reguliere woningen en diensten allerhande. Het toont hoe een precaire doelgroep opnieuw tussen de mazen van het net dreigde te glippen, omdat het niet past in de opgeklopte vastgoedplannen. Het ontmoetingshuis kreeg een alternatief aangeboden in een complex van ouderlingenwoningen in een cul-de-sac van het Vogelenzangpark (nrs. 10-17).

In afwachting van verhuis naar het Vogelenzangpark kreeg het ontmoetingshuis onderdak in een woning in het Klein Begijnhof in de Lange Violettestraat. Opnieuw was de bouwvalligheid een dankbaar vertrekpunt voor de socio-artistieke werking en werd het meubilair opgehaald in de kringloopwinkel. De locatie bleek echter niet helemaal ideaal omwille van bereikbaarheid voor de bezoekers, die nu de hele stad moesten doortrekken. Ook de opeenvolgende verhuis zorgde voor heel wat ongemak en onrust bij de bewoners.

Sinds voorjaar 2018 nam Villa Voortman intrek in de ouderlingenwoningen van het Vogelenzangpark, acht identieke paviljoenen opgetrokken in 1961. De belangrijkste ingreep is de creatie van een doorgang tussen de woningen, waardoor een aaneensluiting van kamers ontstaat. Elke woning opent zich hierdoor als een kamer voor specifieke activiteiten, zoals de muziekkamer, schildersatelier, keuken, eettafel, salon en bureau. De afwezigheid van een gang vergroot de overzichtelijkheid van de grote binnenruimte, terwijl de woningen niettemin beschutte hoeken vormen. Verborgen in een achterafkamertje staat een bed.

De ruimtelijke setting wordt bovendien gekenmerkt door het gebruik van het park als verlengde van het ontmoetingshuis. De minuscule achtertuintjes van de woningen worden niet gebruikt, waardoor het ontmoetingshuis geen achterkant lijkt te hebben en het leven zich aan de voorgevel lijkt af te spelen. In de voortuin staan een aantal picnic-tafels die volop gebruikt worden. Ook de vensterbanken worden gebruikt als zitplaats. Opvallende nieuwigheid is de nieuwe oprijlaan naar het algemene ziekenhuis, waardoor het Vogelenzangpark nu plots heel veel passage heeft.

Even belangrijk als de fysieke voorziening van Villa Voortman is de operationalisering ervan met activiteiten die in samenspraak opgezet worden. Villa Voortman presenteert zich hierbij als een andere ruimte die de bezoekers uitnodigt om haar toe te eigenen. De paradox is dat in afwezigheid van een structureel therapeutisch programma sommige activiteiten niettemin een therapeutisch effect kunnen hebben – zo lezen we op de website. De paradox is wellicht de sleutel tot de vraag wat Villa Voortman ons leert binnen de grote opknapbeurt van de leefomgeving in Vlaanderen.

De Vlaams Bouwmeester sprak ooit over de noodzaak van onzichtbare zorg, het ging dan over een idee van zorg dat naadloos deel vormt van de stedelijke leefomgeving. Het ging om een architecturale logica die afstand neemt van de industriële beddenhuizen en ook voorbijgaat aan goedkope woorden omtrent healing environment, het glijmiddel voor vastgoedontwikkeling in de zorg. In dit licht kunnen we Villa Voortman omschrijven als een architectuur die niet de minste pretentie heeft om bij te dragen aan genezing en misschien wel daarom het beste voorbeeld is van een helende omgeving.