Psyche Magazine

Generatie Digital - ook in hulpverlening?

Onlinehulp voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen

Technologische ontwikkelingen zien we in veel sectoren, zoals het onderwijs. Naast online agenda’s, Smartschool, online oefeningen en huiswerk (en dit al vanaf het eerste leerjaar) zijn er bijvoorbeeld ook spelwerelden die in de geschiedenisles gebruikt kunnen worden. Denk aan een virtuele rondleiding in het oude Athene. Zelfs kleuters mogen al eens gebruik maken van de laptop.
Veel kinderen, jongeren en jongvolwassenen groeien op met een veelzijdig aanbod van mediamogelijkheden en de meesten maken er dan ook gebruik van. Veel jongeren hebben tegenwoordig hun eigen gsm, computer of tablet en als ze geen eigen toestel bezitten, hebben ze er meestal toch toegang toe via de school.

Toegang hebben tot internet en elektronische apparaten is één ding, maar om met online tools te werken tijdens de therapie moeten de jongeren “in staat zijn om daar zelfstandig mee aan de slag te gaan,” vertelt klinisch psycholoog en psychotherapeut Annelien Mees: “Er staan op onlinehulp-apps.be ook apps die geschikt zijn voor kinderen, maar daar zou ik een kind niet zelfstandig mee aan de slag laten gaan. Die applicaties ga ik dus minder inzetten in therapie. Al wil dat niet zeggen dat ouders of scholen dat niet samen met hun kind of leerling kunnen doen. Er staan bijvoorbeeld een aantal serious games op of spelletjes die helpen bij het ontwikkelen van veerkracht.”

Onlinehulp voor kinderen

Dat scholen inzetten op digitale geletterdheid, IT-technologie en het gebruik van digitale media, weet ik dankzij mijn drie kinderen. Mijn jongste zoon zit in de derde kleuterklas en gebruikt zowel thuis als op school een computer of tablet. Mijn oudste zoon, bijna negen jaar, is enthousiast over de dactylolessen die hij in het vierde leerjaar krijgt en kwam onlangs thuis met een programma om woordenwolken te maken.

Als vader ben ik blij dat ze zich alle drie ook nog op andere – niet-digitale – manieren kunnen amuseren. Mijn oudste zoon kan bijvoorbeeld in de hoogste bomen klimmen, maar is tegelijkertijd van heel veel andere dingen bang. Vaak zijn het irrationele angsten of gaat het over dingen die in een onbepaalde toekomst liggen. Dat kan gaan van nachtmerries waarvan hij zeker is dat hij die vannacht zal hebben, tot de overtuiging dat Rusland sowieso een atoombom op ons zal droppen. Die angst knaagt aan hem en beïnvloedt zijn gedrag. Het is niet gemakkelijk om daar als ouder altijd juist op te anticiperen.

Uitgetest: een blended app die kinderen helpt bij angsten?

Op onlinehulp-apps.be vind ik 23 tools onder de noemer psychisch welbevinden, die geschikt zijn voor kinderen onder de twaalf jaar. Als ik ze bekijk zie ik dat de tools gemaakt zijn om blended in te zetten. Dat wil zeggen dat je je kind als ouder moet ondersteunen bij het gebruik ervan. Vaak geven de tools ook informatie of tips voor ouders. Ik zou graag samen met mijn zoon aan zijn angsten werken, maar vind weinig apps die bij zijn behoeftes aansluiten. De meeste zijn louter informatief of dienen vooral als communicatiekanaal voor hulpverleners. Toch vind ik een app die zou kunnen helpen: Clear Fear. Annelies Mees heeft hier al positief over gesproken. Minpunt: het is in het Engels.

Gelukkig wil mijn zoon mij graag helpen met dit artikel en we beginnen er meteen aan (goed om een excuus te hebben om met mijn zoon aan zijn angsten te werken). Al snel blijkt dat het niet zo evident is om een tool in het Engels te gebruiken. Doordat ik alles voorlees en vertaal, verliest mijn zoon zijn aandacht al van in het begin. Maar door enkele stappen over te slaan (zoals het opmaken van een safety net, een lijst van vertrouwenspersonen) en enkele keuzes te baseren op de grappige figuurtjes (en niet op de tekst) komen we nog redelijk snel tot de eerste oefening.

Grootste meerwaarde: over gevoelens leren praten

Enkele dagen en enkele oefeningen later ontdek ik, ondanks alle obstakels, de grootste meerwaarde van deze app: we praten over zijn gevoelens! Dankzij de oefeningen kan hij zijn angsten benoemen en kunnen we samen bekijken hoe hij er het best mee kan omgaan. Ik kom dingen van hem te weten die ik nog niet wist en krijg een inzicht in zijn emotionele leefwereld.

Natuurlijk zijn er nog andere positieve punten te bekennen. Zo biedt de app ook ademhalingsoefeningen aan. Hoewel we daar vroeger al op oefenden en het toen eerder moeizaam verliep, ging dat met Clear Fear een stukje gemakkelijker. Hij was gefocust op de app en niet op zichzelf waardoor hij zich naar eigen zeggen minder belachelijk voelde.

Hoewel de ene opdracht naar mijn mening nuttiger was dan de andere, zei mijn zoon elke keer – ik denk om mij een goed gevoel te geven – dat het “toch een beetje geholpen heeft”. Dat word je immers na elke opdracht direct gevraagd, of de oefening je geholpen heeft en of je de aangeboden oplossing hebt gebruikt. Dat is volgens mij een van de minpunten van Clear Fear, want daar kan je volgens mij op dat moment nog geen oordeel over vellen.

Daarnaast moesten we ook best veel opschrijven. Dat moest dan in het Engels, waardoor mijn zoon soms passief naast mij zat terwijl ik probeerde de juiste vertaling naar het Engels te vinden. Maar, nogmaals (ik kan het eigenlijk niet genoeg benadrukken): het was een aanleiding om over zijn angsten – en bij uitbreiding zijn gevoelens – te praten.

Relatief weinig keuze aan onlinetools voor kinderen

Verder testen we Breathe, Think, Do with Sesame (jep, met de schattige monsters van Sesamstraat) en ook hier zie ik hetzelfde effect. Hij doet vrijwillig mee met de ademhalingsoefeningen en neemt ze ook serieus. Ik kan met hem praten en de voorbeeldsituaties (zoals: het monster is kwaad omdat hij zijn schoenen niet kan aandoen) met zijn eigen leefwereld vergelijken. De kleine spelletjes tussendoor, die voor een nog jonger publiek gemaakt zijn, zijn ook mooi meegenomen (wie popt er nu niet graag bubbels).

Ondertussen heb ik dus een nog beter beeld van de emotionele wereld van mijn zoon. Toch blijf ik met het gevoel zitten, dat er – althans voor zijn leeftijd – eigenlijk weinig keuze is aan online tools, zeker als je op zoek bent naar iets dat speelser is, zoals serious games (een ‘serious game’ is een spel met een leer- of ontwikkelingsdoel. Spelplezier is belangrijk, maar het leerdoel blijft op de eerste plaats staan). Langs de andere kant, zegt Annelien Mees: “Ik denk dat kinderen en jongeren ook in andere (gewone) games veel vaardigheden trainen. Denk aan sociale of emotionele vaardigheden, omgaan met verlies (n.v.d.r.: in het spel), leren samenwerken, leren doorzetten en ga zo maar door”. Een uitspraak waar ik ook, als vader, blij van word (goed om een excuus te hebben om Fortnite te spelen met mijn zoon).

Onlinehulp voor jongeren en jongvolwassenen

Dankzij mijn kinderen ben ik dus bekend met de leefwereld van die leeftijdsgroep, maar ik ben uiteraard ook benieuwd hoe het bij jongeren of jongvolwassenen zit. Is voor hen de begeleiding bij apps of online tools ook nog zo belangrijk of gaan ze er toch vaker zelfstandig mee aan de slag?

Voor Annelien is de begeleiding een evidentie: “We bekijken de app grondig samen tijdens de sessies. Zo kunnen we samen uitzoeken of dat iets is voor de jongere. Ziet die dat zitten? Ziet die zichzelf daar iets mee doen of niet? Ook laat ik de jongere goed nadenken over op welke momenten die dat zou kunnen gebruiken of hoe die daaraan kan denken om de app te bekijken op moeilijke momenten. Dat bereiden we zo goed mogelijk voor.”

Belang van begeleiding en opvolging

Voor Herwig Claeys, projectverantwoordelijke van OnlinePsyHulp, het onlinehulpteam achter o.a. depressiehulp.be en alcoholhulp.be (zie onlinepsyhulp.be), is het online-ggz-aanbod waarbij jongeren tussen 16 en 23 jaar bege leid worden, nog te klein. Daarom ontwikkelen ze momenteel voor deze doelgroep zowel een laagdrempelige zelfhulptool als een blended tool om zo de toegankelijkheid naar hulpverlening te verhogen. Volgens hem is het net voor deze jongeren in transitieleeftijd belangrijk om goed opgevolgd te worden, omdat ze in de reguliere hulpverlening vaak tussen de mazen van het net vallen. Ook Claeys benadrukt daarbij het belang van begeleiding en opvolging.

Ninke, een twentysomething studente, heeft ervaring met online tools. Haar therapeute kon in haar onlineaccount meekijken en -volgen, met Ninkes goedkeuring. “Zo had zij een overzicht van wat ik schreef op Studeren Zonder Blokkeren (n.v.d.r.: een onlinezelfhulpprogramma voor studenten met faalangst, onzekerheid en/of uitstelgedrag) en kon ze – nadat ik mijn toestemming gaf – meekijken met de app CrisisBuddy (n.v.d.r.: een virtuele buddy die je helpt omgaan met crisissituaties). Via BackUp (n.v.d.r.: deze app helpt je om te gaan met suïcidale gedachten en werd ontwikkeld door het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie) kan je dan weer opschrijven welke persoon je kan contacteren als je therapeut er niet is. Wat ik in de online tools opschreef, bekeken we samen tijdens de therapiesessie. Zo konden we mijn evolutie bijhouden. Daarnaast heb ik de app Calm Harm, die mij helpt bij het mediteren. Dat laatste deden we samen tijdens de therapie.”

Cliënt leert tools gaandeweg zelfstandiger gebruiken

Studeren Zonder Blokkeren was de eerste online tool die Ninkes therapeute haar meegaf. Toen was Ninke 20. Een jaar later kwamen er nog een paar apps bij: “Zij wist dat het niet goed ging met mij en zei: ‘Ik kan je online volgen, maar kan er ’s nachts of ’s avonds niet zijn voor jou. Maar we kunnen wel manieren zoeken om het luchtiger te maken in je hoofd en daar bestaan apps voor’”. Ook al was het in het begin nog een beetje onwennig voor Ninke, onder begeleiding zag ze toch snel de mogelijkheden: “Zoiets kleins helpt verwonderlijk heel goed. Voor mij gaf dat vooral het geruststellende gevoel dat ik er niet alleen voor sta en dat er manieren zijn om toch nog vooruit te geraken”.

Gaandeweg is ze de tools zelfstandiger gaan gebruiken. Daarbij heeft Ninke o.a. geleerd haar emoties te verwoorden en – aanvankelijk – in woorden en korte zinnen op te schrijven. Verder leerde ze haar verhaal en haar emoties te delen met anderen. “In het begin was ik een beetje beschaamd. Maar toen ik daar voor de eerste keer met mijn vriendin over praatte, zei ze: ‘sla mijn nummer maar op als contactpersoon in de app BackUp. Ik zal er altijd voor je zijn.’” Ook haar huisarts en familieleden volgden dit voorbeeld. Ondertussen ondersteunt ze als peer supporter andere studenten en staat ze zelf als back-up in enkele contactlijsten.

Online apps tijdens crisissituaties

BackUp is nu een vaste begeleider voor Ninke, ook al gebruikt ze die vooral tijdens een crisissituatie. Andere apps, zoals CrisisBuddy, heeft ze momenteel niet meer nodig. “Ik denk dat het nu voorlopig even oké is en dat ik er minder nood aan heb om die apps te gebruiken. Ik begin zelf meer (offline) tools te ontwikkelen. Soms heb ik ook gewoon even genoeg van mijn gsm.”

Fien (naam is veranderd) , een andere twintiger, is ook met online apps in contact gekomen tijdens een crisissituatie. Ze was toen in opname en een therapeut gaf haar een lijst met online tools die haar misschien zouden kunnen helpen. “Dat was een vrijblijvende lijst, maar mijn therapeut had daarop een paar apps aangeduid die voor mij interessant konden zijn”. Verder werd er tijdens de therapiesessies weinig mee gedaan: “Moest ik er een vraag over hebben gehad, dan kon ik die altijd aan mijn hulpverlener stellen. Ik heb die online tools ook wel een keer samen met die persoon bekeken, maar daar werd niet actief op ingezet”.

Fien leerde wel de aangereikte tools op een andere manier te gebruiken: “Wat mij heeft geholpen is niet echt één bepaalde tool, maar wel een mix van verschillende dingen. Ik bekeek meestal op het moment zelf wat ik kon doen om bepaald gedrag te stoppen.” Uit de apps haalde Fien tools en tips die ze nodig had op moeilijke momenten waar haar therapeut er niet voor haar kon zijn. Intussen heeft Fien nog weinig nood aan haar onlinehulp-apps: “Momenteel gebruik ik ze niet meer actief, omdat er gewoon al zoveel verbeterd is op andere vlakken. Ik heb niet het gevoel dat ik ze nog echt nodig heb, maar ik laat ze wel nog op mijn smartphone staan ... Je weet maar nooit”

Online tools zijn een goed hulpmiddel, maar hulpverlening in real life blijft essentieel

Online tools moeten een meerwaarde zijn, vindt Annelien. Niet alleen voor de therapeut, voor wie de meerwaarde zit in het feit dat ze daarop kunnen terugvallen en de gesprekken tijdens therapiesessies sneller diepgang krijgen, maar ook voor de cliënt. Al hangt dat vooral af van de cliënt zelf, van zijn of haar noden en ook van diens digitale geletterdheid. Ook de diversiteit aan tools is een pluspunt tijdens therapiesessies: “Ik denk nu bijvoorbeeld aan een concrete situatie van een cliënte, wiens papa in het buitenland woont. We zijn aan het bekijken of we hem bij de begeleiding kunnen betrekken door middel van een videogesprek tussen de papa, de cliënte en mij. Zo kunnen we een familiegesprek doen. Iets wat vroeger helemaal niet mogelijk was,” aldus Annelien.

Annelien Mees ziet online tools dan ook als therapeutisch hulpmiddel: “Ik heb teken-, schilder- en spelmateriaal en gebruik psychodrama. Naast die methodieken maak ik gebruik van blended hulpverlening en kan ik dus ook een app inzetten tijdens therapiesessies. Of ik kan tussendoor eens beeldbellen met iemand die het moeilijk heeft of vragen of een jongere een sms’je kan sturen na een spannend gesprek bijvoorbeeld. Dat is dan een heel kort contact, maar dat zijn dingen die extra mogelijkheden bieden die er vroeger niet waren. En zo kijk ik daar graag naar, als het arsenaal aan mogelijkheden dat wat verbreed wordt”. Het is een natuurlijke ontwikkeling dat online tools meer en meer ingang vinden, ook in de geestelijke gezondheidszorg. “Niet alleen jongere cliënten groeien op met de digitale mogelijkheden, maar ook bij de psychologiestudenten o.a. aan HoWest neemt de interesse toe,” vertelt Annelien. Het wordt meer en meer een geïntegreerd onderdeel van de opleiding.

Maar één ding wil ik nog graag heel duidelijk stellen. Elke gesprekspartner uit dit artikel heeft het op de een of andere manier benoemd, en ik gebruik hiervoor de woorden van Fien: “Een online tool kan handig zijn ter ondersteuning, maar hulpverlening in real life is nog altijd het meest doeltreffend en het meest op jou als cliënt afgestemd”.

 

Als je alle tools en apps wilt bekijken die in deze reeks over online hulpverlening direct of indirect aan bod kwamen, kan je ze terugvinden via

www.onlinehulp-apps.be/favorieten/psyche-magazine.

Met veel dank aan alle interviewpartners